Arthroscopie van de elleboog

Een arthroscopie is een kijkoperatie en betekent letterlijk ‘kijken in het gewricht’. Tijdens een kijkoperatie van de elleboog controleert de orthopedist de gewrichtsholte van de elleboog op afwijkingen of beschadigingen, en behandelt hij eventuele afwijkingen die van tevoren werden vastgesteld.

Arthroscoop
Arthroscoop

Wanneer is een arthroscopie aangewezen?

  • Gewrichtsmuizen (losse kraakbeenstukjes)
  • Gekwetst of abnormaal kraakbeen
  • Osteochondritis dissecans: Een aandoening waarbij door een lokale bloedingsstoornis een stukje bot van de knie afsterft. Dit stukje bot kan loskomen van het gewrichtsoppervlak maar dit is niet altijd het geval.
  • Plica: een plooi in het gewrichtskapsel van de elleboog
  • Gewrichtsontsteking of -infectie
  • Osteofyten of botuitstekels die vaak bij beginnende artrose of kraakbeenslijtage ontstaan
  • Elleboogverstijving
  • Elleboogfracturen
  • Tenniselleboog: deze behandeling staat nog ter discussie

Voordelen arthroscopie

  • Dankzij miniatuurinstrumenten en nieuwe technieken kunnen tal van behandelingen tijdens een kijkoperatie gebeuren. Dat is veel minder ingrijpend dan een klassieke ‘open’ operatie.
  • Een kijkoperatie maakt de kans op vochtophoping en weefselschade kleiner.
  • Het herstel gaat meestal snel en verloopt met minder pijn.
  • De operatiewondjes zijn heel klein.
  • Nadien is er minder littekenvorming.

Operatie

  • Een kijkoperatie kan meestal in dagopname gebeuren, dus zonder overnachting in het ziekenhuis.
  • Een kijkoperatie van de elleboog gebeurt onder algmene verdoving (narcose).
  • De chirurg maakt in de huid bij het gewricht 2 of 3 kleine insnijdingen (incisie).
  • Er wordt een smal buisje met camera en spoelsonde in het gewricht gebracht (de arthroscoop). De elleboog wordt gevuld met spoelvloeistof. De camera is verbonden met een beeldscherm waarop de chirurg de operatie in detail kan bekijken.
  • Via de tweede snede worden werkinstrumenten (zoals schaartjes, tasthaakjes of paktangetjes) ingebracht om de ingreep uit te voeren.
  • Meestal worden nog meerdere kleine incisies gemaakt, afhankelijk van welke letsels moeten worden behandeld en afhankelijk van hun ligging.
  • De operatie gebeurt veelal onder bloedleegte. Dat wil zeggen dat het bloed uit de elleboog ‘weggewindeld’ wordt en de arm tijdens de operatie bloedleeg gehouden wordt met een knelband.
  • Aan het eind van de ingreep legt men een stevig drukverband aan om zwelling tegen te gaan. Soms legt men tijdelijk ook een spalk aan waardoor de elleboog niet kan bewegen en de tijd krijgt om goed te genezen.
  • Een kijkoperatie duurt doorgaans ongeveer een uur, afhankelijk van de gevonden afwijking en de behandeling.

Revalidatie

  • In het begin moet u thuis nog enkele dagen pijnstillers nemen.
  • Regelmatig ijs leggen rond de elleboog is belangrijk om de pijn te onderdrukken en om zwelling tegen te gaan.
  • Na 2 weken kunnen de draadjes verwijderd worden.
  • U moet de elleboog zo snel mogelijk weer bewegen om een normale beweeglijkheid te bekomen. In het begin is het vooral moeilijk om de elleboog weer te strekken.
  • Afhankelijk van uw individuele situatie zal de chirurg beslissen of kinesitherapie of specifieke oefeningen voor u wenselijk/noodzakelijk zijn.

Complicaties

Bij elke operatie kunnen zich complicaties voordoen, hoezeer de specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest voorkomende complicaties.

Infectie: De kans hierop is klein aangezien de elleboog tijdens de operatie continu gespoeld wordt. Een infectie is herkenbaar aan een toenemende ‘kloppende’ pijn, een rode en warm aanvoelende gezwollen elleboog en koorts, meestal een vijftal dagen na de ingreep. Raadpleeg in dat geval uw huisarts.

Gezwollen elleboog: Dit wordt veroorzaakt door bloed in het ellebooggewricht. Dit is geen groot probleem en heeft geen gevolg voor het succes van de operatie. Soms moet men dit vocht verwijderen met een spuit (punctie).

Bloeding aan de wondjes: Dit is de reden waarom een drukverband werd aangelegd. Deze bloeding stopt meestal vanzelf of na het opnieuw aanleggen van het drukverband. In zeldzame gevallen moet de chirurg een bijkomende hechting plaatsen.

Zenuwletsels: Omdat rondom het ellebooggewricht veel zenuwen en bloedvaten lopen bestaat het risico dat deze worden beschadigd bij het inbrengen van de instrumenten. Om dit risico te beperken wordt het gewricht ‘opgeblazen’ met vocht zodat er meer plaats is om in het gewricht te komen.

Trombose: Dit is de vorming van een bloedklonter in het bloed. Als deze prop vastzit in een kleiner bloedvat, wordt het bloedvat afgesloten en stroomt het bloed niet meer goed. De arm kan dan dik, glanzend en pijnlijk worden. Dit moet u snel laten behandelen. Wanneer de bloedklonter in een slagader naar longen, hart of hersenen vast komt te zitten, krijgen deze organen geen zuurstof meer en kunnen ze beschadigd worden. Raadpleeg hiervoor onmiddellijk uw huisarts.